Hart en hoofd
Veel goochelaars, vooral degenen die voor kinderen goochelen, maken in hun shows gebruik van dieren. Favoriet zijn de konijnen en witte duiven. Uiteraard mag het publiek er vanuit gaan dat deze dieren netjes hun natje en droogje krijgen en hopelijk ook voldoende aandacht. In Amerika en Engeland lijkt het vrij standaard om als kindergoochelaar echte dieren te gebruiken. Wanneer je het als goochelaar slim wilt aanpakken laat je dus wat duiven wegvliegen vanuit onverwachte plekken en tover je aan het eind van de show ineens een lief konijn uit een kistje, die door de kinderen uiteraard geaaid mag worden (het konijn dan). Dit is zeer commercieel; heeft een wow effect, een hoge aaibaarheidsfactor en geeft een mooi fotomoment. Vanuit het hoofd gezien dus strategisch. Maar wat als je net iets meer vanuit het hart werkt?
Knuffels en fantasiedieren
Het is niet om de moralist te spelen en om collega’s die met echte dieren werken te willen bekritiseren, maar hoe goed men ook voor de dieren zorgt, het blijft een feit dat ze te maken hebben met verschillende stressfactoren (die dieren dan, hoewel goochelaars soms ook). Zo zitten ze een tijd in een kleine en donkere ruimte, hebben te maken met divers transport en worden blootgesteld aan vaak lawaaierige omgevingen (muziek, publiek….). Dat is niet bepaald een natuurlijke habitat. Dat is mede de reden dat ik ‘vegetarisch goochelaar’ ben en niet met echte dieren goochel, maar met knuffels en fantasiedieren (2D en 3D). Dat maakt me zeker niet ineens tot een wereldverbeteraar, want ik ben ook in dierentuinen geweest en dat zijn ook niet bepaald natuurlijke habitats. Daarnaast ben ik parttime vegetarier als het om eten gaat, dus er is nog huiswerk.